Onroerende zaakbelasting
Als onderdeel van vastgestelde ombuigingsmaatregelen is tot en met 2018 een aanvullende OZB opbrengst ingerekend deels bestaande uit een absolute reeks en deels bestaande uit een procentuele verhoging. Heusden is qua woonlasten nog steeds één van de goedkoopste gemeenten van Nederland. De gemeente ziet zich de komende periode voor financiële uitdagingen geplaatst. Daarom is bij de voorjaarsnota 2014 besloten om het beleid met betrekking tot de onroerende zaakbelastingen, zoals dat in de huidige meerjarenraming is opgenomen, door te trekken naar 2018.
De grote inspanningen die het college wilde en nog steeds wil verrichten voor tal van zaken die speciale aandacht en zorg behoeven, komen vele inwoners ten goede en leveren een bijdrage aan onze Heusdense economie. Een verhoging van de OZB maakt deze inspanningen mede mogelijk.
De onroerende-zaakbelastingen (ozb) zijn onderverdeeld in een heffing op het gebruik en een heffing op het zakelijk recht (eigendom) van onroerende zaken. Het gebruik van woningen is sinds 1 januari 2006 van de heffing uitgezonderd. De basis voor de heffing is de in het kader van de Wet Waardering Onroerende Zaken (Wet WOZ) vastgestelde waarde. Zoals reeds vermeld, worden deze waarden met ingang van 1 januari 2018 opnieuw vastgesteld.
De OZB wordt berekend naar een percentage van de waarde van de onroerende zaak.
Bij het vaststellen van de tarieven zal voor woningeigenaren en voor gebruikers van niet-woningen worden uitgegaan van een opbrengststijging met € 375.000 en 1,4% als inflatie. Op basis van deze opbrengststijging wordt de totale opbrengst van de onroerende zaakbelastingen voor 2018 geraamd op € 8.259.000.