Afvalstoffenheffing

Afvalstoffenheffing is een specifieke heffing bedoeld om de kosten van afvalverwijdering en –verwerking te dekken. De afvalstoffenheffing wordt geheven voor het feitelijk gebruik van een perceel waarvoor krachtens de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt. De afvalstoffenheffing bestaat uit een vast tarief en een variabel tarief (ledigingentarief).

Verwachte kosten
In totaal verwacht de gemeente het komende jaar € 2.842.000 aan kosten te maken welke mogen worden toegerekend aan de afvalstoffenheffing. Daarnaast wordt een extra bedrag toegevoegd voor het wegwerken van het tekort in de reserve afvalstoffen van € 45.000.
De kosten vallen uiteen in kosten van het taakveld afval, het taakveld verkeer en vervoer en daarnaast een deel van de overhead dat wordt toegerekend aan deze activiteiten.

  • Taakveld afval: dit betreft voornamelijk het daadwerkelijk inzamelen en verwerken van het huishoudelijke afval. Ook het scheiden van afval en het recyclen ervan valt hieronder;
  • Taakveld verkeer en vervoer: het schoonmaken en schoonhouden van de wegen draagt bij aan een afvalvrije openbare ruimte. Deze kosten mogen daarom deels worden meegenomen in de afvalstoffenheffing;
  • Taakveld overhead: dit is het aandeel in de kosten die worden gemaakt voor de sturing en ondersteuning van medewerkers in brede zin. Toerekening vindt plaats op basis van de totale directe kosten die betrekking hebben op de afvalstoffenheffing.

Herkomst middelen
Bij de bepaling van de tarieven voor de afvalstoffenheffing en de tarieven milieustraat wordt een volledige dekking van de kosten van afvalverwijdering en verwerking nagestreefd. Wanneer er door een verschuiving in het aangeboden afval alsnog een dekkingstekort of -overschot ontstaat, wordt dit onttrokken, respectievelijk toegevoegd aan de daartoe ingestelde egalisatiereserve.

Voor de afvalinzameling zitten we in een transitieperiode. Eind 2016 heeft u besloten om in de gehele gemeente over te gaan tot omgekeerd inzamelen. De begroting 2017 was toen al vastgesteld en ging nog uit van inzameling met containers. Het tarief voor de lediging van een 240 liter container is € 8,33 en aangezien er ongeveer 5 vuilniszakken in een 240 liter container gaan is het tarief voor omgekeerd inzamelen per inworp vastgesteld op € 1,60. Daarbij is nog geen rekening gehouden met de mogelijke effecten van omgekeerd inzamelen op de hoeveelheid restafval en daarmee het aantal inworpen.

We zien in de kernen waar omgekeerd inzamelen is ingevoerd een enorme afname van de hoeveelheid restafval en het aantal inworpen. Niet de ongeveer 60 inworpen die je op basis van het oude systeem zou verwachten (12 ledigingen keer 5), maar minder dan een derde daarvan. Dat betekent ook dat de opbrengsten uit de afvalstoffenheffing ver achter blijven bij wat nodig is om de kosten te dekken.

We hebben vorig jaar aangegeven dat het nog te vroeg was om al definitieve nieuwe tarieven vast te stellen. Hoewel we nog steeds geen volledig jaarbeeld hebben, kunnen we nu wel een goede inschatting maken van wat de tarieven zouden moeten zijn om een kostendekkende afvalstoffenheffing te krijgen. Daarvoor hebben we opnieuw gekeken naar de kosten die samenhangen met de inzameling en verwerking van restafval (op te brengen door het inworptarief) en de kosten van de overige afvalstoffen (op te brengen door het vaste tarief).

De afvalstoffenheffing voor een gemiddeld huishouden daalt met ruim € 27, van € 186,96 naar € 159,60. De opbouw van deze heffing verandert echter wezenlijk als gevolg van het omgekeerd  inzamelen. De hoeveelheden gescheiden ingezameld afval (niet-restafval) nemen sterk toe en daarmee ook de kosten. Dat geldt ook voor de opbrengsten en de vergoedingen die we ontvangen van het afvalfonds, maar in mindere mate. Als gevolg hiervan stijgt het vaste tarief van € 87 naar € 118,20. De kosten van de inzameling en verwerking van het restafval dalen als gevolg van omgekeerd inzamelen. Op basis van de ervaringen in de proefwijk in Drunen-noord, waar nu meer dan een jaar volgens het nieuwe systeem wordt gewerkt, schatten we in dat een gemiddeld huishouden 1,5 keer per maand, ofwel 18 keer per jaar, een inworp in de ondergrondse container doet. Om de kosten te dekken is daarvoor een tarief van € 2,30 per inworp nodig. Voor een gemiddeld huishouden resulteert daarmee een afvalstoffenheffing van € 159,60 (€ 118,20 + 18 x € 2,30), terwijl dat in oude systeem € 186,96 was (€ 87 + 12 x € 8,33).

Voor de milieustraat wordt het starttarief, in lijn met de verhoging van het inworptarief, verhoogd en vastgesteld op € 2,40 (nu € 1,70) en het tarief per kg verhoogd naar € 0,13 (nu € 0,12).

Rekening houdend met bovenstaande tarieven wordt de totale opbrengst van de afvalstoffenheffing, inclusief de milieustraat, geraamd op een bedrag van € 3.066.000. Dat is meer dan de geraamde kosten van € 3.011.000 (dekkingspercentage 101,8%). Dit is nodig om de negatieve reserve afvalstoffenheffing, die in 2017 naar verwachting groeit van € 320.000 negatief naar € 593.000 negatief, uiterlijk in 2021 weer positief te krijgen.

Voorgesteld wordt om in 2018 de tarieven als volgt vast te stellen:
Bij de afronding van de bedragen is er rekening mee gehouden dat een tarief ontstaat dat deelbaar is door 12, in verband met de mogelijkheid van afrekening per maand.

De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar

€ 118,20

De belasting voor het gebruik van een ondergrondse verzamelcontainer bedraagt een bedrag per inworp van

€ 2,30

Uitgaande van de situatie in 2016 met containers dalen de kosten voor een gemiddeld huishouden dan nog steeds met ongeveer € 27.

Voor de milieustraat wordt het starttarief, gekoppeld aan het inworptarief voor een ondergrondse container,  verhoogd en vastgesteld op € 2,40 (nu € 1,70) en het tarief per kg verhoogd naar € 0,13 (nu € 0,12).

Rekening houdend met bovenstaande tarieven wordt de totale opbrengst van de afvalstoffenheffing, inclusief de milieustraat, geraamd op een bedrag van € 3.066.000.