Belasting
Belasting (overhead)
Complexiteit van de BTW-wetgeving en het BTW compensatiefonds zorgt voor financiële risico`s. Voor deze algemene risico`s van de omzetbelasting is geen voorziening getroffen. Hoewel er jaarlijks diverse controles op de juistheid van de BTW-afdracht en declaraties bij het BTW compensatiefonds plaatsvinden, kan een boekenonderzoek tot een naheffingsaanslag leiden.
De kans op een boekenonderzoek is altijd aanwezig. De vraag is of dit ook resulteert in een naheffingsaanslag. In 2017 is totnutoe geen sprake geweest van een onderzoek of naheffing
De jaarlijkse omvang van de BTW aangifte is circa € 2 miljoen. De jaarlijkse declaratie uit het BTW compensatiefonds circa € 4 miljoen. Ervan uitgaande dat maximaal 10% tot een correctie kan leiden, bedraagt de maximale omvang van het risico € 0,6 miljoen.
Gemeenten zijn met ingang van 2016 in de basis belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting (vpb). De gemeente heeft een fiscaal adviseur ingeschakeld om de gevolgen van de invoering van de vpb-plicht in kaart te brengen. Op grond van uitgevoerde fiscale scans en berekeningen is in 2016 het standpunt ingenomen dat de gemeente (nog) niet onderworpen is aan vpb-heffing. Het is nog onduidelijk wanneer de belastingdienst met uitsluitsel komt over de ingenomen en gepresenteerde standpunten. Vooralsnog wordt op basis van de ingenomen standpunten geen Vpb-last verwacht, in elk geval voor 2016.
Het kan zijn dat de gemeente voor de grondexploitaties in de toekomst nog wel te maken zal krijgen krijgt met vpb-heffing. Dat is het geval wanneer de interpretatie van de belastingdienst zodanig is, dat er fiscale winst ontstaat op fiscaal belaste activiteiten. Dit zullen we jaarlijks (laten) beoordelen op basis van beschikbare informatie. De eerste jaren na invoering van de belastingplicht verwachten we nu op basis van de ingenomen standpunten geen materiële vpb-last. Het blijkt vooralsnog niet mogelijk om hierover duidelijkheid te krijgen vanuit de belastingdienst. Van een te plannen afspraak over ingenomen standpunten is door de belastingdienst in april 2017 afgezien in afwachting van landelijke uitspraken/ontwikkelingen (zoals het overleg van de belastingdienst met belangenorganisaties, waaronder de VNG). Ook bij de totstandkoming van de begroting 2018 (in augustus) was er nog geen duidelijkheid.
Mocht de gemeente alsnog belastingplichtig blijken te zijn voor de vennootschapsbelasting, dan bestaat het risico van een relatief hoge heffingsrente over de dan achteraf toch verschuldigde vennootschapsbelasting. Om die reden hebben we de belastingdienst verzocht om een voorlopige aanslag op te leggen over het boekjaar 2016. Als de opgelegde aanslag inderdaad overbodig of te hoog blijkt te zijn, krijgt de gemeente de vooruit betaalde vennootschapsbelasting weer terug. We hopen dat voor de aangifte over het boekjaar 2017 in 2018 meer duidelijkheid zal zijn ontstaan over de fiscale vpb-positie in relatie tot de ingenomen standpunten en de interpretatie van de belastingdienst.
Het uiteindelijk opgenomen risicobedrag voor de vpb is gebaseerd op indicatieve berekeningen, waarbij het mogelijk verschuldigde bedrag in enig fiscaal jaar ook afhankelijk zal zijn van de wijze van toerekening van de verschuldigde vpb aan de verschillende jaarschijven.
Risicoprofiel | Maximale omvang | kans |
2018 begroting | € 1.200.000 | 20% |
2016 jaarrekening | € 1.000.000 | 20% |