Decentralisaties
Decentralisaties: Wmo 2015 en Jeugdwet (programma 7)
De middelen die de gemeente in 2018 voor de uitvoering van deze decentralisaties beschikbaar heeft, bedragen € 17,1 mln. Hiervan is € 4,8 mln. voor participatie/re-integratie. De risico inschatting met betrekking tot deze taken zijn hierna afzonderlijk opgenomen onder werk en inkomen. Voor de nieuwe taken op het gebied van de Wmo (begeleiding en dagbesteding) en Jeugd bedraagt de uitkering derhalve € 12,3 mln.
Voor de decentralisaties is het uitgangspunt dat de gemeenten voldoende financiële armslag krijgen om nieuwe taken uit te voeren. Gedurende de jaren 2016 en 2017 is dit uitgangspunt correct gebleken. Het risico van dit takenpakket blijft echter aanwezig en is tweeledig: enerzijds betreft het openeinderegelingen en anderzijds blijft de haalbaarheid van de veronderstelde efficiencywinst door te realiseren transformatie een onzekere factor.
Naast bovenstaande onzekerheden zal in de toekomst moeten blijken of het verminderde rijksbudget ook in de komende jaren toereikend is voor de te maken zorgkosten. Rekening houdend met de realisatie in 2015/2016 en de opgedane ervaring stellen we de inschatting van bovenstaande onzekerheden voor de omvang van het risico op maximaal 5% van de ontvangen rijksmiddelen Wmo/Jeugd zijnde € 615.000.
Binnen de reserve sociaal domein is op dit moment voldoende buffer aanwezig om toekomstige risico’s binnen het sociaal domein op te kunnen vangen. Het verwachte beroep op het weerstandsvermogen is daardoor vooralsnog nihil.
Risicoprofiel | Maximale omvang | kans |
2018 begroting | € 0 | 30% |
2016 jaarrekening | € 0 | 30% |